Bescherming
Dekens
Veel mensen houden ervan om lekker onder de wol te kruipen. Daarom denken ze soms dat een paard een warme deken op moet hebben in de winter, omdat het dan te koud is voor hem. Dat is niet helemaal waar. Want paarden kunnen goed tegen kou. Maar regen vinden ze minder fijn. En ook ander ongemak kun je verhelpen met een deken.
Voor de kou
Een (winter)deken wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de wintervacht niet te dik wordt. Dit is vooral belangrijk als je veel op je paard rijdt en bijvoorbeeld aan wedstrijden meedoet. Als je paard dan een dikke vacht heeft, kan hij het erg warm krijgen tijdens het werk. Je kunt eind augustus beginnen met het opleggen van een dunne deken. Staat je pony in de wei, zorg dan dat de deken water- en winddicht is. Is je deken niet waterdicht? Zet je paard dan niet in de regen met dat dek. Dan vat hij juist kou.
De vliegendeken
Dit dek is van katoen en heeft gaatjes. Je kunt het ook gebruiken in de zomer, omdat de deken niet te warm is. Een vliegendeken is bedoeld om vliegen en insecten van het paard weg te houden. Daardoor krijgt hij ook minder snel last van zomereczeem.
Zweetdeken
De naam zegt het al: als je pony heeft gezweet, doe je dit dek op. Het neemt vocht op en zorgt dat je pony niet te snel afkoelt na het rijden.
Uitrijdekens
Uitrijdekens zien er anders uit dan alle andere dekens. Ze hebben namelijk een gat middenin voor het zadel. Zo kun je je paard warm houden en rijden tegelijk. Lekker voor als het buiten ijskoud is.
Nierdekens
Dit zijn kleine dekentjes. Een nierdekentje ligt achter het zadel bij het rijden. Het bedekt de rug. Dan worden de spieren lekker warm bij het inrijden. Bij het uitstappen kun je de nierdeken weer gebruiken zodat de spieren niet meteen afkoelen.
Regendekens
Deze dekens zijn waterdicht en bedekken het hele paard. Je kunt ze goed gebruiken als je paard in de wei staat bij regenachtig weer. Sommige regendekens kun je gebruiken op concours, om te zorgen dat alles een beetje droog blijft. Deze bedekken het zadel en de hals, en ze hebben uitsparingen voor de beugels.
Transportbescherming
Als je op pad gaat met je pony of paard, moet je voorzichtig zijn. Of het nu in een trailer of in een veewagen is. Bij een lange rit moet je zo nu en dan even stoppen en checken of alles in orde is. Geef je paard genoeg te eten en te drinken. Het is ook belangrijk dat je hem goed inpakt op de plaatsen waar hij zich kan bezeren. Het allerbelangrijkst zijn de benen van het paard.
Beschermers
Er zijn lange transportbeschermers die van de hoef tot over het spronggewricht lopen. Er zijn ook wat kortere beschermers. Die bedekken het pijpbeen en de koot. Ze zijn altijd van dik, stevig materiaal en aan de binnenkant voelen ze zacht aan. Zorg dat je altijd alle vier de benen inpakt.
Bandages
Je kunt ook zelf de benen bandageren. Dat doe je in dit geval met reisbandages. Hiervoor moet je wel onderleglappen gebruiken. Die zijn in de winkel te koop, maar je kunt ze ook zelf maken. Dan neem je een stevige deken en die knip je in stukken. Bandageer zo veel mogelijk naar beneden. Zorg dat de onderleglap onderaan over de kroonrand steekt. Stop bij de voorknie en het spronggewricht. (Zie ook: ‘Bandages’.)
Rest van het lichaam
Om de hoefballen en de kootholtes te beschermen, kun je springschoenen omdoen. Voor de staart kan je een bandage of een staartkoker inzetten. Dan blijven de staartharen nergens aan haken. Een staartkoker wordt met een riempje aan een singel vastgezet. Verder bestaan er nog kniebeschermers, hakbeschermers en hoofdbeschermers. En een deken is prettig bij fris weer, maar kijk uit, want de temperatuur loopt snel op in een veewagen. Heel belangrijk: zorg dat het paard genoeg frisse lucht krijgt!
Bandages
Bandages zijn simpel gezegd een soort lange wikkels van stof die je om de benen van een paard rolt.
-Ze worden gebruikt om steun te geven in een training of als een paard op stal staat.
-Ze worden ook gebruikt om de benen te beschermen tijdens transport.
Er zijn verschillende soorten bandages:
- Werkbandages: deze zijn er in meerdere diktes en ze worden met en zonder onderleglappen gebruikt.
- Reisbandages: deze zijn iets dikker en worden met onderleglap gebruikt.
- Stalbandages: deze zijn ook ietsje dikker.
Het materiaal is meestal wol, katoen of fleece. Ze zijn in alle kleuren te krijgen, dus je kunt je paard helemaal in jouw stijl aankleden.
De lengte van bandages verschilt. Je hebt ze van drie, maar ook van vier meter. Voor de voorbenen van een paard gebruik je vaak bandages van drie meter. En voor de achterbenen kun je vier meter gebruiken. Dit hangt wel af van de dikte van het been en de lengte van het pijpbeen.
Als je een bandage aanbrengt, werk je altijd van boven naar beneden. Begin net onder het spronggewricht of de voorknie en wikkel dan naar beneden. Let wel op dat je alle slagen even groot maakt en dat het niet te los zit. Maar ook niet te strak, want dat kan blessures veroorzaken. Kijk daarnaast uit dat er geen ribbels of vouwtjes in komen. want dat voelt niet lekker aan voor je paard. Vastmaken doe je altijd aan de buitenkant van het been. Dit doe je voor de veiligheid met tape of een speciale bandagesluiting.
Vraag een ervaren persoon om het bandageren voor te doen als je niet precies weet hoe het moet.
Andere beschermers
Het kan zijn dat je pony een afwijkende gang heeft. Bijvoorbeeld als zijn hoeven niet recht staan, en zijn benen dus ook niet. Zoals bij Donald Duck, zijn voeten staan naar buiten. Bij pony’s kan dit ook voorkomen. Je noemt het de Franse stand. Zijn voorbenen kunnen dan tegen elkaar tikken of zijn ene hoef kan de kogel van het andere been aanraken. Dat heet ‘strijken’, en dat is een vervelend gevoel. Daar kun je het paard dus tegen beschermen met beenbeschermers.
Bij het bokken kunnen de benen ook tegen elkaar tikken, net als wanneer je zijgangen rijdt. Gebruik dan ook beenbeschermers.
Een ander soort bescherming zijn de peesbeschermers. Deze zijn er voor voorbenen en voor achterbenen. Het zijn lappen van kunststof, leer of een ander materiaal die de pezen aan de achterkant beschermen. Als ze helemaal rondom het pijpbeen lopen, spreek je van ‘pijpkousen’.
Verder zijn er nog de strijklappen of kogelbeschermers die bedoeld zijn voor de kogels van het paard. Je kunt ze vastmaken met riempjes met of zonder gesp of met klittenband. Zo zit het goed vast en kan het niet los gaan zitten tijdens het rijden. Als je merkt dat het los zit, maak het dan snel vast. Anders struikelen jij en je paard!
Voor de hoeven is ook nog wat uitgevonden: de springschoenen. Dit zijn rubberen ‘schoentjes’ voor de koot. Ze bescherming de kootholte, kroonrand en de hoefballen. Sommige springschoenen moet je over de hoef aantrekken en andere zijn vast te maken met klittenband. Er is ook nog een uitvoering met losse delen. Die kun je dan op maat laten maken en een voor een op de hoeven zetten voor het springen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb