Stal
Afmeting
In Nederland staan pony’s en paarden een groot deel van hun leven in de stal. Daar moeten ze zich natuurlijk wel prettig voelen.
Houd rekening met de grootte van het paard als je hem in een box of stand zet. Want hoe groter het paard, hoe groter de ruimte die hij nodig heeft. Ze moeten lekker kunnen bewegen, liggen en om kunnen keren.
Je kunt een paard in een stand zetten of in een stal. Het verschil is dat hij zich in een stand niet kan omdraaien of even lekker kan scharrelen. Een stand is kleiner, ongeveer drie meter lang en anderhalve meter breed.
Een box is het prettigst voor paarden en pony’s. Voor een paard is een goede afmeting 3,5 meter bij 3,5 meter. Een pony heeft voldoende ruimte met 3 meter bij 3 meter.
Als de pony’s met elkaar in contact mogen komen, wordt er vaak voor een lage muur gekozen. Dan kunnen ze gezellig met elkaar babbelen en elkaar kriebelen. Andere mensen vinden het veiliger als de muren bijna dicht zijn. Dan kunnen de dieren elkaar geen kwaad doen. Vaak zitten er dan wel tralies in, zodat ze elkaar wel kunnen zien.
De ingang moet breed en ruim genoeg zijn. Het paard mag zich niet kunnen bezeren bij het naar binnen of buiten gaan.
Materiaal
Tegenwoordig kun je een kant-en-klare stal kopen. Dan heb je bijna alles in een keer: de wanden, de schuifdeuren, voerbakken en andere accessoires. Je kunt natuurlijk ook je vader, buurman of een bouwvakker vragen om een stal te bouwen.
De wanden worden gemaakt van (bewerkt) hout, hardhout of kunststof. Hardhout is het beste materiaal, want dat gaat lang mee. Kunststof is minder geschikt als de stal in de felle zon staat. Het traliewerk is van gegalvaniseerd staal. Dat betekent dat het niet kan roesten.
Let er bij het maken van de stal op dat je pony nergens aan kan gaan knagen. Dat zou zonde zijn van zijn gebit en van de tralies! Werk randjes af met strips van aluminium en zorg dat de wanden glad zijn, zodat het paard zijn tanden er niet in kan zetten.
Wil je ramen in de box? Maak ze dan van onbreekbaar materiaal en zet er voor de zekerheid spijltjes voor. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.
Bij het maken van een dak kun je golfplaten gebruiken. En het is wel zo fijn als er een beetje licht naar binnen schijnt, dus gebruik af en toe een doorzichtige plaat. IJzeren golfplaten worden nogal warm met de zon erop en zijn daarom niet zo geschikt. Je kunt ook echte dakpannen op het dakje leggen, maar dat wordt een stuk duurder.
Indeling
Allereerst moet je zorgen dat de ruimte goed wordt benut. Je moet alle paarden kwijt kunnen en genoeg ruimte hebben voor de spullen.
Als de boxen binnen zijn, moet je ervoor zorgen dat de staldeuropening niet op kant van de wind staat. Dan staan de paarden op de tocht, iedere keer dat de deur opengaat. De deuren van de boxen moeten prettig in gebruik zijn en dus is het belangrijk naar welke kant ze opengaan.
Voor de paarden is een breed gangpad erg fijn. Er moet een baal hooi of stro kunnen liggen zonder dat de paarden erover struikelen.
Een touw aan de boxdeur is erg handig om te gebruiken als waslijn. Je kunt er je dekens of bandages overheen hangen om te laten drogen. Ook is het handig om een haakje te maken voor je halster. Dan kun je die ophangen in plaats van op de grond te leggen.
Je kunt in de box zelf een stevige ring maken waar je het hooinet aan op kunt hangen. Een goede hoogte daarvoor is anderhalve meter.
Water kun je op verschillende manieren geven. Met een automatische drinkbak wordt het water automatisch bijgevuld. Maar je kunt ook een emmer of waterbak neerzetten. Zet het water niet vlak naast de voerbak. Dan kan het paard namelijk zijn hardvoer gaan soppen in het drinkwater.
Voerbakken zijn er in veel verschillende soorten en maten. Draaibare, kantelbare, ronde, hoekmodellen, alles is mogelijk. Het maakt niet uit welke vorm de bak heeft, je moet de bak altijd goed schoonmaken. Oude voerresten moeten eruit. Dat kan namelijk gaan schimmelen en daar komen weer beestjes op af. Een hele makkelijke voerbak is gewoon een plastic emmer op de grond.
Stalklimaat
Het klimaat, de temperatuur, in de stal is heel belangrijk. Het heeft veel invloed op de gezondheid van pony’s en paarden. Vroeger dacht men dat als de stal goed warm was, dat het wel goed zat. Maar dat is niet waar. Paarden kunnen best tegen een beetje kou, maar niet zo goed tegen een warme, muffe stal. Daarom moet het altijd lekker fris zijn in de stallen. Zorg ervoor dat er genoeg lucht naar binnen kan. Lekker ventileren. Gooi altijd een raam of deur open en bij een grote stal zelfs meerdere ramen of deuren. Kijk wel uit dat het niet gaat tochten. Dat gebeurt namelijk als ramen en deuren tegenover elkaar open staan. Ventilatieroosters of gaten in de nok van het dak zorgen ook voor genoeg verse lucht in de stal.
Paarden die in een buitenbox staan, vinden het heel fijn als de bovendeur open staat. Zelfs een kiertje zorgt voor verfrissing. Als deze dicht is op een redelijk warme dag, wordt het binnen net een sauna!
Een verwarming is niet nodig in de stal. Hoe meer pony’s er staan, hoe meer warmte er ontstaat. En als het echt superkoud is buiten, kun je dekens gebruiken.
Veeg niet te vaak in een stal. Doe dit maar als je pony buiten staat. Dat is omdat er bij het vegen veel stof in de lucht komt. Dan krijgen de paarden geen verse zuurstof binnen, maar ademen ze stof in. Bah! Als je gaat vegen, sprenkel je een beetje water over de grond zodat het stof niet allemaal in de lucht kan komen. Wat je ook meteen kunt doen als je pony buiten staat, is zijn stro opstrooien.
Voerbakken
De goedkoopste manier om je pony hardvoer te geven, is door het voer in een emmer te doen en in de box op de grond te zetten. Het vervelende is alleen dat je pony de emmer dan om kan stoten. Hij knabbelt er gulzig op los en dan valt de emmer om. Daarom zijn er ook voerbakken.
Zo is er een voerbak in een hoekmodel. Deze kan gemakkelijk worden opgehangen in de hoek van de box. Zo stoot de pony zich niet. Let op dat je niet de voerbak van de buurman aan dezelfde kant monteert. Pony’s eten niet rustig als er een paar centimeter naast hen ook driftig wordt gegeten.
Bij een kant-en-klare box zit de voerbak er al bij. Deze zit aan de voorste wand van de box. Soms zit er alleen een voergat in de tralies met daaronder de voerbak.
Bij draaibakken kun je de voerbak naar buiten draaien om te vullen. Als de bak vol is, draai je hem weer naar binnen, de box in. Dat kan ook met de kantelbare voerbakken.
Als je een pony hebt die veel morst omdat hij met zijn snoet door de bak schuift, kun je het beste een bak met morsstang kopen. Het maakt wel een beetje lastiger schoon. Er is ook een andere oplossing voor het morsprobleem. Je kunt een zware baksteen midden in de voerbak leggen waardoor de pony niet meer zal schuiven.
Tot slot kun je een grote ring aan de wand bevestigen, waar de voeremmer precies in past. Deze kan er niet makkelijk uit worden gehaald door de pony en hij kan ook niet gaan schuiven.
Drinkwatervoorziening
Het is het makkelijkst om water uit de kraan te halen, maar soms is er geen leidingwater op stal. Als er een sloot vlak naast je stal is, kun je daar water uit pompen of scheppen en daarmee een emmer vullen. Dat is gratis en goed voor het milieu. Zet de emmer wel goed in de hoek, want anders ligt hij zo omver. Of koop een waterbak met haken, zodat je hem op kunt hangen.
Een grote trog die je met slootwater vult, is nog handiger. Je kunt daarvoor een speciekuip gebruiken. Die is te koop bij veel doe-het-zelfzaken en ze zijn niet duur. Zo’n kuip moet je wel af en toe legen en uitschrobben. Anders gaat het water stinken en smaakt het niet lekker meer.
Een automatische drinkbak is helemaal makkelijk. Het bespaart de verzorger veel werk, want de pony kan zelf op een lepel drukken en dan kan hij drinken.
Controleer wel elke dag of de drinkbak nog schoon is. Het kan zijn dat er per ongeluk een drol in ligt. Pony’s zijn wat dat betreft soms oenen. Daarom moet de drinkbak ook niet te laag hangen.
In de winter kan het streng vriezen. Zorg dan dat de leidingen niet bevriezen door er warmtedraad omheen te wikkelen. En als de waterbakjes bevriezen, zul je met keteltjes warm water in de weer moeten.
Stof
Het ademhalingssysteem van paarden is best wel kwetsbaar, dus als ze inademen bij een grote stofwolk voelt dat vervelend aan. En hij kan ook nog eens problemen krijgen met zijn longen. Nu krijg je al snel een stoffige lucht in de stal. Van al dat poetsen, vegen, opstrooien en droog hooi bijvullen. Om te zorgen dat je paard niet te veel last heeft van het stof, kun je een aantal dingen doen.
Je kunt hem zo veel mogelijk buiten zetten. Vooral tijdens het poetsen, vegen en opstrooien, want daar komt veel stof bij vrij. Voordat je gaat vegen, is het beter om wat water over de vloer te gooien. Dan stuift het niet allemaal de lucht in. En het is ook slim om hooi eerst buiten goed uit te schudden voordat je het voert. Nog beter is om het hooi een paar uur in water te weken, dan zijn alle schimmelsporen verdwenen. Nog mooier zou het zijn om je pony kuilgras of Haymix te voeren.
Zet, als het kan, je pony op een bedje van zaagsel. Maar als je gewoon stro gebruikt, zorg dan dat het stof- en schimmelvrij is.
En tenslotte: spinnenwebben trekken gigantisch veel stof aan, dus ga regelmatig met een ragebol alle hoekjes en gaatjes langs. Sop ook alles eens af en kijk hoe de stal glimt. Het ziet er netjes uit en je paard zal je dankbaar zijn!
Voederbehoefte
Als jij een strandwandeling hebt gemaakt, heb je waarschijnlijk veel meer zin in een pannenkoek dan wanneer je de hele dag voor de tv hebt gezeten. Bij je pony werkt het eigenlijk ook zo. Als hij de hele dag in de stal staat, hoeft hij minder te eten dan wanneer hij veel heeft gereden. Let dus op hoeveel je pony of paard beweegt en pas daar het eten op aan.
Het is belangrijk dat je pony kleine porties eten krijgt. Als het kan, geef je hem vier keer per dag een beetje voer. Denk aan twee keer hardvoer en twee keer ruwvoer. Geef in verhouding altijd wat meer ruwvoer. Pony’s die echt hard trainen, hebben meer krachtvoer nodig dan pony’s die recreatief gebruikt worden, en dat is ook logisch.
Als je pony een dagje rust heeft en niet rijdt of werkt, pas je het eten aan. Geef de helft van het krachtvoer en juist wat meer hooi. Ondanks dat je niet met hem rijdt, kun je beter wel een uurtje met hem gaan wandelen. Als dat niet lukt, kun je hem ook een uurtje in de bak laten scharrelen of buiten in de wei zetten.
Als je van plan bent om een nieuw soort voer te gaan geven, doe dat dan niet zomaar. Vermeng het nieuwe en het oude voer een paar dagen met elkaar. Zo kan je pony wennen aan de omschakeling.
Geef ook van tijd tot tijd een slobber, vooral in de winter vinden paarden dat lekker. Voor de variatie kun je ook eens wat wortelen of appels geven en toevoegen aan de slobber.
Sociale contacten
Bij het maken van een stal is het een goed idee om rekening te houden met de sociale behoefte van de dieren. Zorg dat je pony met een andere pony in contact kan komen of dat hij in elk geval andere pony’s en paarden kan zien vanuit zijn box. Ideaal zijn boxen met lage muurtjes. Daar kunnen ze dan lekker overheen hangen, waardoor ze met elkaar kunnen knuffelen of manenkrauwen.
Als de muur niet open is aan de bovenkant, is het wel zo prettig als er traliewerk zit. Dan kunnen de paarden elkaar wel gewoon zien. Je ziet ook weleens dat er een kijkgat is gemetseld in de wand. Dat is beter dan niets.
Misschien klinkt het vreemd, maar door je pony te poetsen, boots je ook een beetje het kuddegedrag na. In de vrije natuur en in de wei maken pony’s contact door elkaars vacht te verzorgen. Dan staan ze vaak kop aan kont en bewerken ze de vacht van de ander met hun tanden. Zo bereiken ze plaatsen waar ze zelf niet bij kunnen komen. Door te poetsen doe je eigenlijk hetzelfde en het is ook nog eens heel gezellig!
Verveling
Als je pony zich verveelt, wordt hij humeurig en gaat hij met zijn oren in zijn nek staan. Of hij wordt erg opdringerig. In het ergste geval ontstaan er stalondeugden en daar ben je niet blij mee. Voorkom dat je pony zich verveelt, door te zorgen dat hij iets te doen heeft.
Voer het hooi in een hooinet met kleine mazen, dan moet je pony moeite doen om het eruit te krijgen en duurt dat langer. Als jouw net wat grotere gaten heeft, kun je ook twee netten over elkaar heen doen. Ook kun je een bal in het net stoppen. Daar kan hij dan mee spelen. Maar er zijn ook speelappels te koop. Dat zijn ook ballen, maar dan in de vorm van een appel en vaak ook nog met een appelgeur. Erg leuk!
Gooi ook eens wat takken van wilgenhout in de box. Daar kan je pony lekker op knagen.
Je kunt ook wat veranderen in de manier van voeren. Het is slim om meerdere keren per dag kleine porties voer te geven. Dan is je paard daar vaker op een dag mee bezig en heeft hij weer iets te doen.
Afleiding kan ook in de vorm van gezelschap, een spelende radio of iets om naar te kijken. Zo is het veel leuker voor je pony als zijn box aan een kant staat waar iets gebeurt. Bijvoorbeeld aan de wegkant, langs de bak of bij de poetsplaats. Als het niet mogelijk is om andere paarden bij je paard in de buurt te zetten, denk dan eens aan een geit of een schaap. Zelfs een poes die in de box slaapt of rondscharrelende kippen kunnen al lekker afleiden. En je krijgt een gezellige beestenboel!
Stalondeugden
Allereerst is er weven. Als je pony dit doet, gaat hij ‘heen-en-weeren’. Hij verplaatst zijn gewicht van het ene voorbeen naar het andere. Hij staat te schommelen en met zijn hals te zwaaien. Dat is niet goed voor zijn gewrichten en andere pony’s gaan het nadoen. Een weefrek helpt hier soms bij.
Een andere rare gewoonte is het rondjes draaien in de box of klauwen met het voorbeen. Sommige dieren maken hele looppaden door het stro of zouden het liefst een kuil graven. Hier kun je weinig tegen doen; je kunt alleen zorgen dat hij afleiding krijgt.
Een kribbenbijter is een pony die zijn tanden vastzet op een randje en naar achteren trekt. Zijn tanden slijten dan veel sneller dan normaal. Het is nog erger als de pony daarbij ook lucht naar binnen zuigt. Dan heb je te maken met een luchtzuiger. De lucht moet ergens heen en gaat naar de darmen. Daardoor kan je paard koliek krijgen. Ook vervelend is dat sommige luchtzuigers heel mager blijven. Een band om de keel kan soms helpen, maar leuk is het niet.
Als laatste is er nog voernijd. Het is niet echt een stalondeugd, maar het is wel lastig. Paarden zijn dan onrustig, omdat ze willen eten. Voer het paard dat tegen de wand bonkt het eerst.
Beweging
Geef je pony zo veel mogelijk beweging, want dat is hij gewend. In de natuur heeft hij een heel ander schema dan in de stal. Lopen, scharrelen, lopen en rennen, dat is zijn dagprogramma in de natuur. In de stal lukt dat niet, maar je kunt wel veel doen om hem genoeg beweging te geven en om verveling tegen te gaan.
Probeer elke dag te rijden en maak er wat leuks van. Dressuurtraining kan best eens vervangen worden door een springles. Voor de afwisseling kun je eens een buitenrit gaan maken, het liefst met andere pony’s. Of longeer een half uurtje.
Je kunt ook samen met vriendinnen wat aan de beweging van je paard doen. Ga dan eens aangespannen rijden. Dan krijgt je pony veel beweging zonder dat zijn rug belast wordt. Laat je wel helpen door iemand die er verstand van heeft.
Op dagen dat je weinig tijd hebt, kun je je pony gerust een paar uurtjes in de bak, een weiland of een paddock zetten. Maar als dit niet mogelijk is bij jou in de buurt, waarom laat je dan niet iemand met hem wandelen? Het is gezond voor de pony en ook voor de begeleider. En zo ziet je pony ook nog eens wat! Bovendien stelt hij ieder halfuurtje aan de hand grazen op prijs.
Rustig en regelmatig bewegen is goed voor je pony. Maar tien minuten als een bezetene rennen met de zweep erachteraan is vragen om blessures! Dus zorg dat je altijd rustig begint en rustig eindigt.
Paddock
Je hebt niet altijd een weiland tot je beschikking of een manegebak van twintig bij veertig meter. Sommige mensen hebben wel een weiland, maar dat wordt alleen in de zomer gebruikt. Dat kan zijn omdat het in de winter niet geschikt is voor paarden vanwege de blubber of omdat het dan kapot getrapt wordt.
Er zijn ook kleinere ruimtes buiten waar je je pony in kunt bewegen. Dat heet een paddock. Dit lijkt op een bak maar dan kleiner. De afrastering moet stevig zijn. Van houten palen of planken, maar ook een hekwerk van kunststof is prima.
Op de bodem ligt vaak zand. Maar als er altijd plassen liggen in de paddock, kun je aan een drainage denken. Een drainage maak je door sleuven in de grond te graven. Hierin komen dan buizen die met de uiteinden in de sloot of greppel eindigen. Daarop komen kiezelstenen en eroverheen komt wegendoek. Dat doek is doorlaatbaar en daarom kan het water erdoorheen.
Paarden kunnen ook in een paddock wonen. Zorg dan wel dat hij een afdak heeft of een schuilplaats voor als het regent bijvoorbeeld. Op deze plaats leg je op de ondergrond bakstenen of tegelwerk. Zo kun je het beter schoonhouden en op die plek staat je paard op een droge ondergrond. Het is ook een goede plek voor het hooi, want zo wordt het minder vies.
Bodem
De bodem moet makkelijk schoon te houden zijn en je paard moet natuurlijk niet uitglijden. Beton is vrij makkelijk aan te leggen, maar het moet worden opgeruwd anders gaat er iemand onderuit. Je kunt ook grover beton gebruiken voor de bodem of, als het nog nat is, er wat kiezelstenen doorheen mengen.
Een vloer van klinkers is goed ruw en altijd makkelijk weg te halen als je een andere ondergrond wilt gaan maken. Bovendien kan er wat urine tussendoor lopen. Hetzelfde geldt voor tegelwerk, alleen kan het dan gebeuren dat er ongelijke randjes ontstaan.
Er bestaat ook een rubbertegel. In deze tegels zit een randje met gaatjes waar de urine door wegloopt naar een afvoer. Voor het paard is dat wel zo schoon. Dit moet wel goed worden schoongehouden, want de gaatjes kunnen verstopt raken. Door deze tegels heb je veel minder bodembedekking nodig. Een goede oplossing dus!
Bodembedekking
De meeste mensen gebruiken stro om de bodem te bedekken. Vaak is dat tarwestro. Stro is goedkoop, een mesthandelaar kan het op komen halen en je pony heeft wat te knabbelen. Let wel even op het stro als je wilt gaan opstrooien. Het moet stof- en schimmelvrij zijn en het moet niet stinken.
Heb jij een pony met ademhalingsproblemen? Zet hem dan niet op stro, maar laat hem op zaagsel of houtkrullen staan. Dit wordt verpakt in rechthoekige plastic balen. Dan kan er geen stof bij komen. Gebruik geen zaagsel van hardhout. Dat is niet goed voor de hoeven en het verteert niet op de mesthoop.
Mesthandelaren willen niet altijd zaagselafval ophalen, maar je kunt het ook op je eigen mesthoop laten verteren en als meststof gebruiken.
Wat ook goed is voor stofgevoelige paarden zijn papiersnippers op de grond. Daarnaast zijn hennepstro en vlasstro ook heel geschikt voor hen en die nemen ook nog eens veel vocht op, waardoor je stal langer schoon blijft. Dat is handig!
Maak jouw eigen website met JouwWeb